Na de plotselinge dood van haar man is Libby gedwongen om in te trekken bij haar superkritische moeder. Uit het niets biedt haar tante Jean een ontvluchting: een baan en een plek om te wonen op haar boerderij. Het leven daar blijkt veel mooier en mysterieuzer dan Libby zich had kunnen voorstellen. Naast de dieren en het harde werken, is er diepe plattelandse stilte. Maar er is ook een ruige, norse boerderijmanager met een tragisch privéleven, een winkelbediende die beweert contact te kunnen maken met haar overleden man en de excentrische tante die ze nooit echt heeft gekend maar die precies blijkt te zijn wat ze nodig heeft.